dinsdag 19 juli 2011

Elyata van Louis Couperus

Louis Couperus, Surinamestraat Den Haag

Er valt altijd iets nieuws te ontdekken, zo bemerkte onze student Jeanette Huisman tijdens het schrijven van haar masterscriptie over Couperus’ onvoltooide manuscript ‘Elyata’ waarvan een facsimile op het internet is te vinden. Haar doelstelling was tweeledig: enerzijds wilde zij een (digitale) editie maken van het handschrift om zich te oefenen in de editiewetenschap. Anderzijds wilde zij met deze editie het schrijfproces bij Couperus bestuderen en de bronnen achterhalen die de auteur gebruikt heeft voor dit verhaal over de oosterse prinses.

Het theoretisch kader van de scriptie is de critique génétique, in het Nederlands tekstgenetisch onderzoek genoemd. In de critique génétique is de zogenaamde avant-texte, dat wil zeggen: alles wat voorafgaat aan publicatie, object van onderzoek. De beoefenaren van de critique génétique zijn in het bijzonder geïnteresseerd in het schrijfproces en alles wat daarbij hoort: kladjes, de verschillende varianten van een werk, aantekeningen in de marge. Ook zijn ze op zoek naar intertekstuele relaties met andere (oudere) teksten, omdat deze deel uitmaken van de tekstgeschiedenis.

Onderzoek heeft aan het licht gebracht dat Couperus zijn verhaalstof grotendeels heeft ontleend aan Legends of the Conquest of Spain (1836) van de Amerikaanse auteur Washington Irving (op het schilderij), die op zijn beurt teruggreep op Spaanse en Arabische bronnen uit lang vervlogen tijden. Couperus heeft wel een aantal eigen elementen aan de verhaalstof toegevoegd, waardoor ‘Elyata’ meer het karakter verkrijgt van een sprookje dan van een legende. 

Dankzij de welwillende medewerking van het Huygens Instituut van de KNAW heeft Jeanette het handschrift van ‘Elyata’ kunnen transcriberen in de online ‘werkplaats’ eLaborate. Dat is de naam van de door het Huygens Instituut ontwikkelde software waarmee tekstwetenschappers online en in samenwerking met anderen een editie kunnen maken. De eerste edities die met eLaborate zijn gemaakt zijn inmiddels op het internet verschenen. 

Tijdens dit geavanceerde onderzoeksproces zijn enkele verschillen met de diverse gepubliceerde versies van ‘Elyata’ aan het licht gekomen. In haar scriptie levert Jeanette argumenten om in een eventuele nieuwe druk van Volledige Werken Louis Couperus, deel 38, in deze afwijkende gevallen het manuscript van Couperus uit 1914 als leidraad te nemen.

Begeleider: Annemarie Kets-Vree, die als bijzonder hoogleraar editiewetenschap aan onze Faculteit is verbonden.

Geen opmerkingen: