dinsdag 1 september 2009

De 'subaltern' in het werk van Mahieu

Binnen de Nederlands-Indische letterkunde neemt Vincent Mahieu – pseudoniem van Jan Boon - een bijzondere plaats in. Vooral voor de Indische Nederlanders is hij van belang gebleken omdat hij als ‘Indo’-auteur onder de naam Tjalie Robinson in zijn werk aandacht besteedde aan de cultuur van deze bevolkingsgroep. Door Rob Nieuwenhuis is hij daarom ‘de kampioen van de kleine Boeng genoemd’, waarmee hij bedoelde dat Robinson veel oog had voor wat hij noemt ´de kleine man´ in de Indische samenleving.

Letterkundigen die onderzoek verrichten naar postkoloniale literatuur, waar de verhalen van Mahieu onder gerangschikt kunnen worden, discussiëren onder meer over de vraag of de ondergeschikte bevolking, de zogenaamde ‘subaltern’ (een veelvuldig gebruikte term die G. Spivak introduceerde), wel een stem kán krijgen in de literatuur. Spreken ze zelf, vraagt Spivak zich af, waardoor de lezer inzicht kan krijgen in hun wereld, of wordt er alleen óver ze geschreven?

Binnen deze vraagstelling onderzocht Lucienne Klinkenberg in haar medio september 2009 voltooide bachelorscriptie op welke wijze in de verhalen van Mahieu twee verschillende typen personages (bedelaars en ambtenaren) worden gerepresenteerd. Door een aantal verhalen uitgebreid te analyseren en te interpreteren, laat Lucienne zien dat de bedelaar geen eigen identiteit verkrijgt, terwijl de hybride ‘Indo’-identiteit van de ambtenaar daarentegen wel wordt uitgewerkt. De 'subaltern' blijft in de geanalyseerde verhalen dus steevast onderbelicht. In haar masterscriptie hoopt Lucienne de positie van de subaltern in het werk van Mahieu en andere Nederlands-Indische auteurs nader te kunnen onderzoeken. Wij moedigen haar daartoe van harte aan.

Lucienne Klinkenberg, Postkoloniale blik op verhalen van Vincent Mahieu. Een vergelijking van de representatie van bedelaars en ambtenaren in Nederlands- Indië. Bachelorscriptie VU: Amsterdam 2009.

Begeleider: Dr. Jacqueline Bel.

Geen opmerkingen: