maandag 8 oktober 2007

Bommel en Bijbel

Marten Toonder (1912-2005) verwijst in de tekststrip-verhalen over Tom Poes en heer Bommel regelmatig naar de Bijbel. In zijn masterscriptie heeft Klaas Driebergen zich beziggehouden met de vraag: wat is de functie van deze Bijbelse elementen: heeft Toonder in zijn gebruik van de Heilige Schrift ook een bepaalde visie op de Bijbel of het christendom verwerkt? Bij het beantwoorden van deze vraag heeft Klaas gebruik gemaakt van de theorieën rondom het begrip intertekstualiteit; met name die van Paul Claes bleek nuttig om de relaties tussen de Bijbel en de Bommelverhalen te duiden.

Toonder was zelf van vrijzinnig-hervormden huize, maar verdiepte zich in uiteenlopende religieuze stromingen als de theosofie, het taoïsme, het boeddhisme en de Keltische mystiek, waar hij zijn eigen geloof uit samenstelde. Hij had een afkeer van geïnstitutionaliseerde godsdienst en dus ook van de christelijke kerk, maar bleef de Bijbel beschouwen als een interessant boek.

Tijdens zijn onderzoek naar concrete Bijbelse verwijzingen in de Bommelverhalen stuitte Klaas op allerlei kleinere, losstaande elementen, die dikwijls niet meer zijn dan spel: een knipoog voor oplettende lezertjes. Ook speelt Toonder graag met Bijbeltaal, de ‘tale Kanaäns’. Maar er zijn ook minstens tien verhalen waarin sprake is van een meer structureel Bijbelgebruik, en waarin Toonder ook commentaar levert op de Bijbel dan wel het christendom. Een zevental van deze verhalen heeft Klaas uitgebreider geanalyseerd: de vier verhalen met de Zwarte Zwadderneel (vanaf 1957), ‘De Grote Onthaler’ (1977) en ‘De zelfkant’ (1983-’84).

Klaas Driebergen: Bommel & Bijbel. Bijbelse intertekstualiteit in de Bommelverhalen van Marten Toonder. Masterscriptie VU: Amsterdam 2007.

Begeleider: Dr. Ad Zuiderent

Toevoeging 10-2009: Een artikel dat voor een belangrijk deel op de scriptie is gebaseerd, is inmiddels gepubliceerd in Voortgang, jaarboek Neerlandistiek dl. 26 (2009).

Geen opmerkingen: