donderdag 26 juli 2012

Ambitie en romanpraktijk


Ga naar de nieuwe website

Tim Lommerse verbond zijn bachelorscriptie (zomer 2012) aan het voor de VU kenmerkende vak Creative Writing. Vanuit de (te) brede maar intrigerende vraagstelling of er zoiets zou kunnen bestaan als ‘de blauwdruk voor een goed boek’ zoomt hij in op een meer concrete kwestie, waarin poeticale opvattingen over (moderne) romancompositie een centrale rol spelen.

Thomas Rosenboom heeft met Aanvallend spel (2002) een reeks essays gepubliceerd waarin richtlijnen worden gegeven voor het schrijven van een roman. Welke punten presenteert Rosenboom en zien we die eigenlijk wel terug in zijn scheppende werk? Hoe kan met andere woorden de relatie tussen werkexterne en werkinterne poeticale aspecten hier worden getypeerd? 

Tims scriptie bevat een precies onderzoek naar overeenkomsten en verschillen tussen de theorie die in Aanvallend spel wordt ontvouwd en de praktijk die zichtbaar is in Rosenbooms romans. Tim heeft zich daarbij geconcentreerd op Publieke werken (1999) en De nieuwe man (2003); een roman nog van vóór Aanvallend spel en een roman die niet lang daarna is verschenen.

De levendig geschreven scriptie graaft uiteindelijk diep in de drijfveren van Rosenbooms schrijverschap: ‘Ik heb sterk de indruk gekregen dat Rosenboom een schrijver is die, net als zijn personages, last heeft van een minderwaardigheidscomplex. […] Aanvallend spel past zeker in die analyse, in de zin dat het een poging van de schrijver is om vat te krijgen op het eigen schrijverschap.’ Dat is zeker een gewaagde, maar in de scriptie goed onderbouwde conclusie.

Tim Lommerse, Thomas Rosenboom & Aanvallend spel. Wat betekent het voor het schrijverschap van een bekende auteur wanneer die zijn ‘geheimen’ prijsgeeft? Bachelorscriptie VU: Amsterdam 2012

Begeleider: drs. Arie Storm

Ga naar de nieuwe website

Geen opmerkingen: