donderdag 25 augustus 2011

Emants & Schopenhauer

Die Welt als Wille und Vorstellung, 1819

August de Feniks heeft in zijn onlangs afgeronde bachelorscriptie onderzoek verricht naar enkele intertekstuele relaties tussen het werk van de romanschrijver Marcellus Emants en het denken van de filosoof Arthur Schopenhauer. Daarbij heeft hij gebruik gemaakt van Emants’ novelle Op Zee (1899) en het fameuze hoofdwerk van Schopenhauer (in vertaling): De Wereld als wil en voorstelling (1819); de illustratie hierboven toont de titelpagina van de eerste druk van het oorspronkelijke werk. 

Om een intertekstuele analyse tussen deze twee werken mogelijk te maken, heeft August een aantal centrale concepten uit Schopenhauers complexe filosofie. Deze concepten zijn: (de wereld als) voorstelling, (de wereld als) wil, bevestiging van de wil en ontkenning van de wil.

Duidelijk werd vervolgens dat voor ieder van deze concepten een zekere parallel met het onderzochte literaire werk van Emants kan worden aangewezen. Zo gaan zowel Schopenhauer als Emants uit van een diepe kloof in de voorstellingswereld van mensen. Iedereen wordt – beweren beiden - door een instinctieve drift gedreven: de wil (tot leven). Emants personages doen bovendien uitspraken die eerst begrijpelijker worden in het licht van het denken van Schopenhauer. Filosofie kan de romanliteratuur hier dus verhelderen. 

Begeleider: Jacqueline Bel

Geen opmerkingen: