woensdag 31 augustus 2011

Cyriel Buysse & het Vlaamse oorlogslandschap

Ieper, 1919

Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werd een deel van het Vlaamse landschap totaal  verwoest. Een van de contemporaine auteurs die hierover berichtte was de Vlaamse auteur Cyriel Buysse (1859-1932). In haar recent afgeronde masterscriptie heeft Anita van Prooijen bestudeerd of de beschrijvingen van het oorlogslandschap in het werk van Buysse uit de jaren 1915-1919 een bijdrage hebben geleverd aan de vorming van het zogenaamde cultureel geheugen met betrekking tot 'De Groote Oorlog'. Zij baseerde zich daarbij met succes op opvattingen van Ann Rigney over de rol van literatuur 'als draagbaar monument'.

Uit haar analyses blijkt dat aan Buysses proza het predicaat ‘draagbaar monument’ gehecht kan worden. Met zijn geschriften leverde deze bewogen auteur immers al in een vroeg stadium een gevarieerde bijdrage aan een cultuurtaal die de Eerste Wereldoorlog overtuigend representeert en zich vervolgens als het ware kon vastzetten in het collectieve geheugen.

Buysse heeft zich 1918 ook bezonnen op de vraag hoe een oorlog herdacht moet worden en wat daarbij de culturele functie van het landschap is. Zo pleitte hij voor het ongemoeid laten van de ruïnes van de stad Ieper (zie de foto hierboven), zodat deze kon fungeren als specifieke herinneringsplek of lieu de mémoire. Deze opvattingen zijn in het werkstuk meegenomen.

Anita van Prooijen: Het oorlogsproza van Cyriel Buysse als draagbaar monument. Masterscriptie VU: Amsterdam 2011. Begeleider: Dr. Jacqueline Bel

Geen opmerkingen: