zondag 17 juli 2011

Romanvergelijking


Rinske Denekamp heeft in haar onlangs voltooide bachelorscriptie de representatie van zwarte huisbedienden in de Zuid-Afrikaanse literatuur onderzocht. Zij vergeleek in dit verband twee literaire werken: Ek en my bediende (1955) van de blanke schrijfster Minnie Postma (omslag van het boek links of de foto) en To My Children’s Children (1990) van de zwarte schrijfster Sindiwe Magona (rechts op de foto). 

Voor deze twee werken is gekozen omdat ze op verscheidene vlakken vergelijkbaar lijken te zijn. Zo zijn de werken autobiografisch van aard en hebben beide (het leven van) zwarte huisbedienden als voornaamste onderwerp. Ook het tijdvak waarin de verhalen spelen is identiek: ze spelen beide tijdens de Apartheid in Zuid-Afrika. Er bestaat echter één cruciaal verschil tussen beide boeken: Ek en my bediende is geschreven door een blanke werkgeefster (een "madam"), terwijl My Children’s Children door een zwarte huisbediende ("maid") is gemaakt. De aanname die hieruit voortvloeit, is dat dit verschil in perspectief ervoor zorgt dat er - met de genreovereenkomsten - ook verschillen aan te wijzen zullen zijn, die mede met  uitlopende machtsposities van de twee auteurs samenhangen.   

Na grondige lezing van beide boeken concentreerde Rinske zich vooral op de verschillen. Deze hebben vooral te maken met de bedoeling van de teksten: de blanke Postma schetst - "ter vermaak" - een luchtig (en voor blanke Zuid-Afrikaanse vrouwen uiterst herkenbaar) beeld van haar zwarte huisbedienden. Het werk van de zwarte Magona daarentegen leest als een bewogen aanklacht jegens de Apartheid. Haar ervaringen als huisbediende van blanke werkgevers staan in dienst hiervan. Dat politieke gegeven moet in een comparatistische benadering worden meegenomen; dit inzicht speelt bovendien een rol in de theorievorming over de relaties tussen ras, gender, macht en (literaire) representaties. 

Begeleider: Ena Jansen

Geen opmerkingen: