donderdag 2 september 2010

Slavernijromans

Saskia Terpstra heeft in haar masterscriptie onderzoek gedaan naar de representatie van zwarte personages in moderne slavernijromans uit het Caribische gebied. Voor dit onderzoek, dat nauw aansluit bij het onderzoekswerk van Ena Jansen, heeft zij drie romans geanalyseerd (Hoe duur was de suiker? van de Surinaamse Cynthia Mc Leod uit 1987, Slaaf en meester van de Antilliaanse Carel de Haseth uit 1988, en Pelican Bay van de Nederlandse schrijfster Nelleke Noordervliet uit 2002) waarbij zij naging of (en hoe) deze personages een stem krijgen. Om de daarmee verbonden strategieën van representeren te onderzoeken, heeft zij gebruik gemaakt van de theorieën van, onder anderen, Maaike Meijer en Stuart Hall.

De conclusie van haar analyse luidt dat de zwarte personages inderdaad een stem krijgen, maar dat de wijze waarop en de mate waarin dat geschiedt, nogal verschilt. In de romans uit de voormalige koloniën komen de inheemse personages vaker aan het woord dan die in de geselecteerde roman uit het ‘moederland’. In de wijze waarop de zwarte personages aan het woord komen, zijn voorts vier strategiën te onderscheiden; men `spreekt´ door middel van blikken (slaven dienden uit nederigheid hun ogen neer te slaan), door middel van een daadwerkelijke stem, door middel van een indirecte of impliciete stem (dat is het geval wanneer deze personages een vriendschappelijke of liefdesrelatie aanknopen met hun baas) en, als laatste, door middel van protest of opstand (daden zeggen meer dan duizend woorden).

De slaven die in de romans figureren, zijn (zo bleek) huisslaven. Deze hebben een bepaalde voorgeschiedenis met hun meesters en zijn daarom allen dicht in de buurt van hun blanke meesters te vinden. In alle onderzochte romans hebben de relaties iets weg van een familieband. Deze band wordt zowel positief als negatief gewaardeerd. De negatieve waardering komt terug in de vorm van de vergelijking slaaf-hond. De meesters willen immers dat hun slaven trouw zijn 'als een hond'. Tegelijkertijd gebruiken ze de vergelijking om te blijven benadrukken dat de slaven, ondanks hun hechte relaties met de blanken, minder zijn dan de meesters, en dus verschillen.

 Begeleider: Prof. dr. Ena Jansen

Geen opmerkingen: