
Uitgaande van het onderscheid dat Westerman in 2005 bij het in ontvangst nemen van de Gouden Uil voor El Negro en ik maakte tussen frictie en non-frictie (in plaats van tussen fictie en non-fictie), bespreekt hij in dit artikel de rol van frictie in drie boeken die zowel op hun literaire (fictionele) merites zijn beoordeeld als op hun (non-fictionele) verbondenheid met actuele, persoonlijke dan wel historische werkelijkheid: het als non-fictie gepresenteerde Ararat (2007) van Westerman en de romans Duivelskermis (2007) van Gerrit Krol en De verdronkene (2005) van Margriet de Moor. Hij komt tot de conclusie dat frictie in de betekenis die Westerman eraan geeft, slechts één van de middelen is waarover een schrijver van fictie beschikt, zodat de term toch eerder fungeert als scheiding tussen verschillende soorten non-fictie dan als bindmiddel tussen het werk van Westerman en dat van deze en vergelijkbare romanciers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten